Gysbert Japicxpriis
De Gysbert Japicxpriis, genoemd naar de 17e-eeuwse Friese dichter Gysbert Japicx, is een prijs voor oorspronkelijk Fries literair werk. Deze literatuurprijs wordt toegekend door Gedeputeerde Staten van Friesland, die zich laten adviseren door een zogeheten ‘adviescommissie’, dat is een vakjury. De prijswinnaar ontvangt een oorkonde en een prijsbedrag.
De Gysbert Japicxpriis bestaat sinds 1947 en is in dezelfde tijd ingesteld als de P.C. Hooftprijs. De frequentie van de prijstoekenning varieerde in de loop der jaren, maar wordt nu om het jaar toegekend, afwisselend voor proza en poëzie. De uitreiking vindt plaats in de Martinikerk van Bolsward, de geboorteplaats van de naamgever van de prijs. Na de officiele uitreiking gaat de winnaar naar het Gysbert Japicxhûs om zijn handtekening op een van de balken te zetten, een prachtige traditie.
Sinds 2013 wordt ook de Lytse Gysbert Japicxpriis uitgereikt aan het beste Friese gedicht geschreven door leerlingen van groep 7/8 van de basisschool. Het schrijven van dit Friese gedicht is onderdeel van het erfgoededucatieproject van het Gysbert Japicxhûs, bestemd voor de basisscholen groepen 7 en 8.
Overzicht prijswinnaars Gysbert Japicxpriis:
- 2021 – Eeltsje Hettinga: gedichten ‘Dichter fan Fryslân’
- 2019 – Aggie van der Meer: gehele oeuvre
- 2017 – Eppie Dam: Fallend Ljocht (bundel)
- 2015 – Koos Tiemersma: Einum (e-boek)
- 2013 – Jacobus Q. Smink: Sondelfal (bundel)
- 2011 – Durk van der Ploeg : gehele oeuvre
- 2009 – Anne Feddema: Reidhintsje op ’e Styx (poëzie)
- 2007 – Josse de Haan: gehele oeuvre
- 2005 – Abe de Vries: In waarm wek altyd (poëzie)
- 2003 – Willem Tjerkstra: Ridder fan Snits (roman)
- 2001 – Tsjêbbe Hettinga: Fan oer see en fierder (dichtbundel)
- 1998 – Piter Boersma: It libben sels (roman)
- 1995 – Trinus Riemersma: De reade bwarre (roman)
- 1992 – Steven H.P. de Jong: De Wuttelhaven del (roman)
- 1989 – Anne Wadman: gehele oeuvre
- 1986 – Tiny Mulder: gehele oeuvre
- 1983 – Sjoerd van der Schaaf: De bijekening (roman)
- 1981 – Reinder Rienk van der Leest: Kunst en fleanwurk (dichtbundel)
- 1979 – Ypk fan der Fear: gehele oeuvre
- 1977 – Jan Wybenga: Lyts Frysk deadeboek (dichtbundel)
- 1975 – Rink van der Velde: gehele oeuvre
- 1973 – Willem Abma: De âlde en de leave hear: as lead om âld izer, Op libben en dea en Mosken en goaden (dichtbundels)
- 1971 – Paulus Akkerman: It roer út hannen (roman), Foar de lins/Dat sadwaende (essays)
- 1969 – niet toegekend
- 1967 – Trinus Riemersma: Fabryk (roman)
- 1965 – Jan Wybenga: Barakkekamp (dichtbundel)
- 1963 – Jo Smit: Bisten en boargers (verhalenbundel)
- 1961 – Marten Sikkema: gehele oeuvre
- 1959 – Eeltsje Boates Folkertsma (geweigerd): Eachweiding (essays)
- 1957 – Douwe Tamminga: Balladen (dichtbundel)
- 1955 – Ulbe van Houten: De hillige histoarje (bijbelverhalen, De sûnde fan Haitze Holwerda (roman)
- 1953 – Rixt: De gouden rider (dichtbundel)
- 1952 – Anne Wadman: Kritysk konfoai (essays)
- 1951 – Sjoerd Spanninga: Spegelskrift en Núnders (dichtbundels)
- 1950 – Ype Poortinga: Elbrich (roman)
- 1949 – Fedde Schurer: Simson (bijbels drama), berijmingen van It boek fan ‘e psalmen
- 1948 – Nyckle Haisma (postuum): Simmer (novelle)
- 1947 – Obe Postma: It sil bistean (dichtbundel)